Marieke: “Ik voel me niet de poets”

Marieke: “Ik voel me niet de poets”

Als huishoudelijk medewerker bij Joris Thuis WMO zorg ik ervoor dat mensen zich lekker thuis voelen in hun eigen omgeving. Het is dankbaar werk waar ik veel voor terug krijg.

Eigenlijk ben ik opgeleid voor het werken met mensen met een verstandelijke beperking. Maar in de tijd dat ik mijn diploma haalde, was daar vanwege bezuinigingen geen werk in te vinden. Daarom werkte ik tot aan de geboorte van onze oudste dochter bij een buurtsupermarkt en een bloemenwinkel.

Hoe zien jouw werkzaamheden er precies uit? 
Ik ondersteun mensen met gezondheidsproblemen bij het huishouden, zodat ze prettig kunnen functioneren in hun eigen omgeving en zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Ik werk bij vijf adressen: twee op maandag, twee op dinsdag en eentje op donderdagmiddag. Als het een keer nodig is voor mij of de cliënt, kan ik zelf regelen dat ik wat eerder of later begin. Die flexibiliteit vind ik erg fijn.

We werken met vijf teams, verspreid over verschillende postcodegebieden. Mijn cliënten wonen allemaal in Oirschot, waar ik zelf ben geboren en getogen. Het voelt daardoor heel eigen. Sommige cliënten ken ik nog van mijn tijd bij de buurtsupermarkt, toen ze daar boodschappen kwamen doen. Andersom kennen veel cliënten mijn ouders of ooms en tantes, dat voelt voor hen weer heel vertrouwd.

Wat maakt je werk zo leuk?
Je bouwt echt een band op met mensen. Je komt iedere week, dus je bent gewoon kind aan huis. Ik weet alles te staan en vraag bij binnenkomst meteen hoe de week is gegaan. Ondertussen pak ik mijn stofdoek en begin ik met poetsen. Ik ga niet alleen maar koffie zitten drinken, ook al vragen mensen dat soms wel. Ik zeg altijd dat we ook iets gaan doen.

Sommige mensen komen met de traplift naar boven als ik daar aan het werk ben. Ze gaan dan op bed zitten om een praatje met me te maken. Deze categorie mensen is door hun gezondheid nu eenmaal vaak aan huis gebonden en heeft weinig aanloop. De dag kan lang duren, ze kijken ernaar uit dat ik kom. Dat geeft mij een goed gevoel en daagt me uit om net even wat extra’s voor ze te doen. In de twee tot tweeënhalf uur dat je bij mensen bent voor huishoudelijk werk, kun je zoveel meer voor ze betekenen. Ik voel me niet de poets, ook al ben ik dat natuurlijk wel.

Verder is het overal anders. Ik vind het zo mooi als mensen vertellen over vroeger, hoe ze iets beleefd hebben en hoe verschillend dat kan zijn. Ik pas mijn werkwijze per cliënt aan. Het is hun huis, niet het mijne. Soms zeggen mensen weleens tijdens het stofzuigen: ik zit in de weg hè? Dan antwoord ik altijd: in je eigen huis zit je nooit in de weg.

Waaraan kun je jouw inbreng in het werk herkennen?
Ik kan heel goed werken en luisteren tegelijk, daar voel ik me gewoon erg thuis in. Mensen zien dat aan me, ik breng een beetje blijdschap mee. En dat krijg ik ook terug: als iemand slecht geslapen heeft en ik zie hem of haar na een half uurtje opfleuren, dan is dat gewoon heel fijn. Het is zo’n dankbaar werk.

Natuurlijk heb ik weleens een mindere dag. Maar ik probeer altijd positief te zijn bij de mensen. Dat verdienen ze. Vaak ervaren ze al veel negativiteit, omdat ze op het vlak van hun gezondheid steeds inleveren. Als ik iets van mezelf met ze deel, is dat iets waar ze blij van worden. Foto’s van paddenstoelen bijvoorbeeld, die ik eerder tijdens een herfstwandeling heb gemaakt.

Wat is er anders aan je werk in deze coronatijd?
Het is nu nog belangrijker om een luisterend oor te zijn voor mijn cliënten. Er waren weken bij dat ik als één van de weinigen nog bij ze over de vloer mocht komen. In eerste instantie werkten we zonder bescherming, dat was wel spannend. Ik was vooral bang dat ik het virus bij mijn cliënten naar binnen zou brengen, omdat ik verschillende adressen per dag bezocht. Later droegen we handschoenen en inmiddels ook mondkapjes. In het begin kreeg ik er hoofdpijn van en tijdens het stofzuigen en dweilen is het warm, maar het voelt veiliger.

Anderhalve meter afstand houden valt niet altijd mee. Zelf probeer ik het wel te doen, maar sommige cliënten komen heel dichtbij als ik aan het werk ben. Eén mevrouw stond laatst zelfs achter me op de trap, zo graag wilde ze haar verhaal doen.

Voor de zomer hebben we acht weken niet bij cliënten thuis mogen komen. Vanuit kantoor werd ik toen gevraagd om een gastvrouw te vervangen bij de Bolle Akker in Vessem, waar mensen met dementie en een beperking wonen. Dat vond ik een hele leuke ervaring. Vanwege de werktijden zou ik deze functie op dit moment echter nog niet altijd willen uitoefenen. Als huishoudelijk medewerkster zit ik op mijn plek!